Binnen onze praktijk werken wij met een gespecialiseerd team van kinderergotherapeuten. Zij werken met kinderen van 0-18 jaar die problemen ervaren bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten. Samen met ouders, leerkrachten of andere betrokkenen streeft de therapeut naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid en tevredenheid binnen de uitvoering van deze dagelijkse activiteiten.
Mogelijke hulpvragen kunnen zijn:
School
- Oog-hand coördinatie en de fijne motoriek
- Uitvoering kleutervaardigheden (scheuren, knippen, plakken, vouwen, tekenen, …)
- Schrijven (tempo, leesbaarheid, pijn bij het schrijven, spiegelen, … )
- Samenwerking van de handen
- Lateralisatieproblematiek
- Het zelfstandig werken, rustig blijven zitten
- Aandacht en concentratie
- Coördinatie- en planningsproblemen (taak-werkhouding)
- Problemen in de ruimtelijke oriëntatie
Zelfredzaamheid
- Aan- en uitkleden, veters strikken, knopen sluiten, …
- Eten en drinken, bestek hanteren, …
- Douchen, wassen, haren kammen, …
- Omgaan met het dagritme en/ of de dagstructuur
Spel
- Weinig of moeilijk kunnen spelen
- Nooit samen willen spelen met leeftijdgenootjes
- Niet weten wat met speelgoed te moeten doen
- Moeite met voortbewegen
Prikkelverwerking:
- Onhandigheid, vaak iets omstoten of tegen iets aan lopen
- Overgevoeligheid voor tastprikkels (aanraken, bepaalde kleding, materiaal als zand, gras, klei)
- Moeite met concentratie (moeilijk stil kunnen zitten, snel afgeleid zijn)
- Angst voor bewegingen als schommelen, klimmen, rennen, …
Neuromotorische ontwikkeling van het brein
Binnen Ergotherapie Bram Coenen zijn verschillende kinderergotherapeuten gespecialiseerd in de
neuromotorische ontwikkeling van het brein. Deze benadering gaat in op het aanpakken van neuro-
motorische rijpheidsproblemen bij kinderen. Wat op kan vallen bij kinderen met deze rijpheids-
problemen is bijvoorbeeld:
– Moeite met het leren schrijven/ fijne motoriek
– Moeite met het leren lezen/ spelling
– Concentratieproblemen
– Planningsproblemen
Kinderen ontwikkelen zich door te bewegen. Bewegen is een voorwaarde voor de neuromotorische
ontwikkeling en het leren. Baby’s worden geboren met primitieve reflexen, die ze nodig hebben om
te gaan bewegen, leren en hun lichaam te ontdekken. Deze primitieve reflexen gaan rijpen, en doven dan uit, maar verdwijnen nooit volledig; ze worden onderdrukt wanneer ‘hogere’ centra in de
hersenen zich in de eerste levensmaanden gaan ontwikkelen. Primitieve reflexen mogen eigenlijk
niet meer actief zijn bij kinderen ouder dan twaalf maanden.
De voortdurende aanwezigheid van primitieve reflexen kan wijzen op een neuromotorische onrijpheid, die het leerproces kan belemmeren.
Actieve aanwezigheid van bepaalde primaire reflexen zorgt ervoor dat bijvoorbeeld de beide handen
niet goed kunnen gaan samenwerken. Dit heeft dan weer invloed op de fasen van de ontwikkeling,
om te komen tot een voorkeurshand: de cerebrale lateralisatie, ofwel functionele asymmetrie van de
hersenhelften. Dit is de specialisatie van één hersenhelft.
Tussen beide hersenhelften, bevindt zich de hersenbalk. De hersenbalk is verantwoordelijk voor een goede
uitwisseling van informatie tussen de twee hersenhelften. De ontwikkeling van de motoriek hangt veel samen met de rijping van deze hersenbalk. Verondersteld wordt dat een vertraagde, beschadigde of geremde lateralisatie, de lateraliteit van het handgebruik (o.a. ontwikkelen van dominante hand), de spraak-taal, het schrijven, de fijne motoriek en het lezen uiteindelijk niet- optimaal doet verlopen.
Binnen de kinderergotherapie wordt, naast het trainen van verschillende (fijn motorische)
vaardigheden, ook focus gelegd op de neuromotorische rijpheid van het brein en het optimaliseren van het lateralisatieproces. Dit gebeurd d.m.v. verschillende rustige beweeg-oefeningen, maximaal 10 minuten elke dag, om de reflexen stap voor stap te laten rijpen (volwassen te maken) en te laten uitdoven, zodat een meer
volwassen en gecontroleerde manier van bewegen ontstaat.
Zie hieronder ons team van kinderergotherapeuten.